Verhalen
Vluchtheuvel
Obe Flapper had niet veel verwachtingen gehad van de dood. Het viel hem nu wel tegen dat de overtocht niet beter geregeld was.
Vonk
Wies stak haar handen in haar jaszakken. Het was nog fris. Links voelde ze de aansteker, rechts de bon van twee jerrycans benzine.
Vaargeul
‘Ik was in de twintig. Hier. De eerste keer. En daarna nooit terug geweest. Waarom nu wel? Ik weet het ook niet. Het zou toch gek zijn als er nog een spoor zou zijn, een teken? Een sfeer? Iets wat je na veertig jaar nog zou kunnen vinden?
Engel
Het leek wel of mijn lieve Fiatje ineens werd opgepakt en neergezet bij de winkels op het Deliplein. Het was er heet en zo licht, zo idioot licht en in dat licht zag ik je. Ik moest me haasten want je stapte al in je auto – en ik moest, ik moest je spreken. Dat wist ik direct.
Het lied van de olifant
In de grot, in de diepe grot, in de diepe duisterdonkere lavagrot stond een olifant te zingen…
Kato
Zijn voorkomen maakte dat je niet makkelijk om hem heen kon, groot gebouwd en gespierd als hij was, en ja, ook nogal dik. Nog opvallender was zijn rode haar.
Recent Comments