Oh lieve haas, met je magere lange poten en grote sprongen. Oh haas, met je bolle ogen en gevoelige neus; met je oren als lepels, chinese; met je stille zitten en je snelle vlucht; met je wervelende dansen in het voorjaar. Oh haas, hoe jij kunt kuieren in de avondzon in de zomer! Hapje hier, kruidje daar… Hoe haas onzichtbaar jij kunt zijn en hoe jij in het oog kunt springen!
Je leert me vertrouwen op m’n instinct en voelen wat afstemming is. Hier en nu – dat telt voor een haas. Je leert me dat nu niet straks is, en dat wachten me niet bij nu zal brengen. Dat hier-zijn vraagt om meedoen en ontmoeten en dat ik niet hier kom met beschouwen van opzij.
Je voelt met elk zintuig, met elke vezel in je lijf. Je bent zuinig met actie en weet wat deizen is. Maar je weet ook wanneer rust gevaarlijk is en haast geboden: je gooit me uit bed als het nodig is, of zet me aan het werk bij zelftwijfel. Op naar de horizon. Go, go, go!
Je leert me dat je voor reizen geen lichaam nodig hebt.

Je bent volkomen op je gemak in het donker.
Je eet keutels die glanzen.

Je springt met je achterpoten hoog als je zin hebt.
Oh lieve haas, wat ben je weids.

nor

Westen, tweede chakra
25 november 2017

Terug naar de andere odes aan een pad