Opgepast
Ik houd de vitrage opzij. Mijn wang tegen het glas, koel, hoewel het buiten al dagen heet is. Als ik mijn hoofd helemaal draai kan ik net het huis van Cato en Aat zien. Het gonsde toen ik er vanochtend binnen kwam. De fuchsia was toch dood gegaan.
Oppassen op een huis is niet makkelijk. Een kat komt zelf wel om eten vragen, maar die planten is altijd gokken. Bij mij krijgen ze weinig, bij een ander verzuip ik ze snel. Je wil het goed doen, zei ik nog tegen Wil, en dan doe je al gauw teveel. Ik moet kijken waar die vliegen vandaan komen. Als ze in mijn mond vliegen ga ik dood. Je weet nooit waar een vlieg gezeten heeft. Straks Wil vragen.
Kun jij nog even kijken bij To en Aat?
Hoezo? Je bent vanochtend toch al geweest. Drie planten en geen krant.
Er waren vliegen.
Vliegen. En?
Groene. Van die gore, en veel ook. Ik heb boven het raam opengezet.
Waar moet ik naar kijken dan.
Ja, nee, of je iets vindt. Waar die vandaan komen.
Dat is gek.
Hoezo gek? Jij vindt altijd alles gek. Ik vind het gek dat zij drie weken weg zijn en dat er ineens aasvliegen in hun huis zitten. We hebben vorige week toch de vuilniszakken weggedaan?
Ik ga niet door hun huis lopen zoeken
Jezus man jij wordt ook elk jaar preutser, waar ben je dan bang voor? Dat je ontdekt dat Aat van roze dildo’s houdt en To eigenlijk een man is? Of dat ze pikante boekjes onder het bed bewaren? Volgens mij is het normaler om dat te hebben dan niet.
Wat suggereer je daar nou weer mee.
Rustig maar, ik heb daar al gekeken. Het is geen roze maar een paarse, nou goed. En ze hebben een keurige linnenkast. To vouwt de handdoeken net als je moeder. Met de zoompjes naar binnen.
~
Beste To,
Je zult als je thuis komt misschien denken waar hebben ze allemaal aangezeten.
Het was vanwege de vliegen.
De vuilniszakken waren het niet, die hadden we zoals je gevraagd had meteen buiten gezet. En de week later de pedaalemmerzak uit de keuken en die uit de wc met je tampons. Liever even zelf doen een volgende keer.
De mop en de dweilen – ja sorry dat ik het zeg, maar die dingen moet je niet nat wegzetten en af en toe wassen. Ik heb ze op 90 graden gedaan met blauwe biotex. En toen buiten gedroogd. Het hielp niet.
Elke dag waren er meer vliegen.
De diepvries was het ook niet, ik zei tegen Wil misschien is de vriezer uitgegaan na dat onweer van zaterdag.
Daarna werd de stank ondragelijk en heb ik gespoten met zo’n bus.
Hoe lang ben je wel niet bezig geweest met het uitgraven van die kelder? Pas toen we de gang met pure chloor hadden gedweild omdat er de maden uit de vliegenlijkjes kwamen – je moet dat parket maar zelf een keer in de was zetten daar ben ik niet meer aan toe gekomen – zagen we het luik. Wil heeft het opengemaakt met een koevoet. Ik zei nog tegen hem ik snap nu waar ze die borderbak mee gevuld geeft.
Je weet nu dat wij het weten. Het luik is weer dicht. Je had bij me kunnen komen met jullie problemen, maar ja, we zijn allemaal natuurlijk best op ons zelf in deze buurt. Maar het heeft ons wel overvallen.
Ik heb net de planten naar de buuf van 67 gebracht (sorry, de fuchsia was al dood, die staat buiten bij het schuurtje, misschien wil je de pot nog eens gebruiken.) Tegen de postbode heb ik gezegd dat de post ook naar haar kan. En onze post. We willen hier niks mee te maken hebben, Wil zegt dat we onze onschuld niet kunnen bewijzen en dat we daarom weg moeten wezen. Hij staat met de sleutels van de camper in zijn handen nu, en is ongeduldig dat ik een te lange brief schrijf. Geen sporen maken, zegt hij.
Veel sterkte met alles, op een dag zullen we elkaar wel weer zien, ik heb met Evelien afgesproken dat ik haar af en toe bel. Dan hoor ik wel of je terug bent,
Nou dag hoor,
Joke
30 november 2021
Meer dinsdagverhalen?
Recent Comments